Uitzicht
Ik droomde van de wereld als een show
zonder publiek maar met een presentator
die als op een maquette stond
met echte bergen, echte baaien, de presentator
wees met één gebaar alles aan: de bossen en de dieren
de kinderen op weg naar school, de gletsjers,
de huizen en rivieren en de wind
die van de ene naar de andere kant
van het schouwspel de blaadjes en de takken meenam
Ik droomde en het was er echt, niet tussen
roodfluwelen gordijnen of tribunes er
waren geen flyers uitgedeeld en
er was één enkele grote lamp, die het
geheel belichtte, ’s ochtends en ’s avonds
als aan een touw zich in een oranjeroze streep de
diepte van mijn blikveld in of uit liet zakken
het was zo’n wonderlijk gezicht
En toch dacht ik bij het wakker worden
ik heb iets gemist – nog nooit
was mijn blik zo groot geweest
alles had zich alleen voor mij afgespeeld, ik
zag het geheel, maar ik wilde de gordijnen,
ik miste de muziek, had
behoefte aan een raam waar ik
doorheen kon kijken zodat ik juist niet alles zag,
ik verlangde naar iemand die zei: dit is
de moeite waard om naar te kijken
dit heb ik voor je uitgekozen
Esmé van den Boom