Ga naar de inhoud
donderdag 20 februari, 2025

Een verhelderende blik op het Israël-Palestina-conflict

Door: Magda Bootsma

Gepensioneerd diplomaat en ambassadeur Erik Ader, opgegroeid in het Groningse dorp Drieborg, heeft door zijn werk op vier continenten veel, écht veel, van de wereld gezien. Zowel letterlijk als figuurlijk. Hij werkte en woonde o.a. in Libanon, Jordanië, Oost-Afrika, Peru, en Vietnam. Op al zijn werkplekken stond de verbetering van de levensomstandigheden van de inwoners centraal. Door deze ervaringen en zijn vele reizen door Israël en Palestina veranderde zijn visie op de problemen in het Midden-Oosten. Hij schreef hierover ‘Oorlogen & oceanen’ (2020) en ‘Kinderen van Amalek’ (2023). Dit tweede boek stond op de shortlist ‘Beste Groninger Boek 2024’. Over 7 oktober 2023 zegt hij: ‘Deze datum is geen waterscheiding; het is de volgende fase in de ontwikkeling om een volk zijn land te ontnemen.’  

De ‘eeuwige’ zoektocht naar vrede

De manier waarop domineeszoon Erik zich heeft ingezet – en nog inzet – om een bijdrage te leveren aan het vinden van een vreedzame oplossing voor de Israël-Gaza-oorlog lag in zijn jeugd op het eerste gezicht niet voor de hand. In simpele maar wel duidelijke taal: hij koos de Palestijnse kant, terwijl zijn ouders in de Tweede Wereldoorlog sterk betrokken waren bij het verzet en grootschalige hulp verleenden aan Joodse onderduikers. Honderden mensen zijn door hen gered, met hulp van vele anderen uiteraard, zo voegt hij eraan toe. Erik heeft oprechte bewondering voor zijn ouders. Ze waren wijs en gaven hem ruimte. Hij benadrukt dat dat niet alleen voor zijn vader geldt, maar evenzeer voor zijn moeder: zijn broer en hij ‘konden zich geen betere moeder wensen.’ Het contact is wel een tijdje lastig geweest, maar uiteindelijk bleken de liefde en het respect voor elkaar veel sterker dan het ‘onbegrip’ over elkaars keuzes. Wat ze gemeenschappelijk hebben is het vechten voor rechtvaardigheid. Zoals Elias van der Plicht het in Trouw (06-12-2020) verwoordt: Erik ‘spiegelt door in verzet te komen tegen onrecht het leven van zijn vader.’

‘De lat lag hoog: je moest flink aan de slag met je talenten!’

Erik en zijn broer Bas Jan, de bekende kunstenaar die vermist raakte bij zijn solo-zeiltocht over de Atlantische Oceaan in 1975, waren in hun omgeving ‘jonge BN’ers.’ Door het beroep van hun vader waren ze anders dan de meeste dorpsbewoners en hoorden ze eigenlijk nergens echt bij. Niet bij de arbeiders, niet bij de boeren, niet bij de middenstand. Het verzetsverleden van zijn ouders droeg daar verder aan bij. In hetzelfde artikel in Trouw verwoordt Erik het zo: ‘Of we dat nou wilden of niet, bijzonder-zijn was voor ons zowel een gegeven als een opdracht.’ En als ik zijn boek lees en hem daarna persoonlijk ontmoet, kan ik inderdaad niet anders dan denken: ‘Je hebt ook niet bepaald een doorsnee-leven geleid.’ Waarschijnlijk zal hij het hier slechts gedeeltelijk mee eens zijn.

Omslag in zijn denken

Erik werd in 1966 tijdens zijn eerste liftreis naar Israël en de omringende landen geconfronteerd met ‘de verzwegen achterkant van de zionistische medaille’, zo staat op de achterflap van zijn tweede boek ‘Kinderen van Amalek’. Hij kon niet anders dan constateren dat het zogenaamd ‘lege’ land van Israël helemaal niet leeg wás: de Palestijnen die daar woonden waren op de vlucht gedreven door Israëlisch geweld. Vanaf dat moment kreeg hij steeds meer inzicht in de problemen van het gebied en begon zijn visie geleidelijk te kantelen.

‘Ja, ik durf wel wat te zeggen’

Maar dat is ook wel ergens op gebaseerd: hij heeft heel veel onderzoek gedaan, hij kent de landen goed, en hij staat niet alleen in zijn overtuiging dat het ‘zo langzamerhand ook voorbij zou moeten zijn met de cultus van gedenken’. Hij haalt Avraham Burg aan (1955), voormalig voorzitter van de Knesset, die in zijn boek ‘The Holocaust is over, we must rise from its ashes’ Israël verwijt met zijn eindeloos gedenken welbewust de ‘notie van slachtofferschap in stand te houden, net als het idee dat het land  bedreigd wordt’ , terwijl het zélf de grootste bedreiging vormt voor zijn omgeving in het algemeen en het Palestijnse volk in het bijzonder. Met andere woorden: het wordt tijd dat wij Israël gaan bejegenen als elk ander land. Erik benadrukt hierbij dat ‘wij in Europa onze schuld jegens de joden niet delgen door jegens een ander volk een nieuwe schuld op ons te laden.’

Back to the roots: thuis in het Grunneger laand

Erik laat niet het achterste van zijn tong zien, maar beaamt dat hij in zijn loopbaan ‘ook wel wat spannende’ dingen heeft meegemaakt. Hij vindt het heerlijk om nu weer in onze provincie te wonen. Op mijn vraag of hij het hier saai vindt, reageert hij dan ook ontkennend: integendeel. Hij was ook erg blij met de uitkomst van de gesprekken die zijn vrouw en hij voerden toen ze nog in het buitenland gevestigd waren over de vraag waar ze na hun pensionering zouden willen wonen. Zijn vrouw komt uit Engeland en daarom vermoedde Erik dat ze daar zouden landen. Immers: ‘Zij heeft mij altijd gevolgd; nu is het niet meer dan logisch dat ik háár zal volgen.’ Heel blij was hij dat ze voor ons Hoge Noorden koos! Een grote tuin, dat was een belangrijke voorwaarde. Dus werd het geen Stads onderkomen, maar landden ze op het weidse Grunneger plattelaand.

Hoe kijk je nu naar de wereld?

Van ‘Kinderen van Amalek’ verscheen de eerste druk in mei 2023; dat was dus nog vóór de escalatie van het conflict op 7 oktober dat jaar. Erik heeft overwogen om aan zijn boek bij de tweede druk een hoofdstuk toe te voegen, maar heeft dat uiteindelijk niet gedaan. Het schrijven zou te lang gaan duren en de situatie was ook nog steeds teveel in flux. Ik vraag hem of hij, doordat er nooit een eind lijkt te komen aan alle wereldwijde ellende, nog altijd kan blijven ‘geloven in het goede’ (TZUM, 21-12-20). In zijn weloverwogen antwoord maakt hij daarbij onderscheid tussen ‘de grote en de kleine wereld’: ‘Ik ben opgegroeid in de schaduw van de tweede wereldoorlog en heb daardoor nooit zo’n optimistisch mensbeeld gehad. Dat wordt er niet beter op door wat er zich allemaal op het wereldtoneel afspeelt. In de huidige situatie in Israël en Palestina lijkt vrede echt heel ver weg.’ Over de ‘kleine wereld’ is hij wel wat positiever; hij heeft in de landen waar hij gewoond en gewerkt heeft, ook liefde gezien, nabijheid, compassie. In die zin blijft het adagium om ‘barmhartigheid te tonen in een wereld die van God verlaten lijkt’ (ND, 17-12-20) toch nog een klein beetje overeind. Tegelijkertijd beschrijft hij zoveel onrecht dat de moed je ook als lezer wel degelijk in de schoenen kan zakken: ‘Als Palestijnen zogenaamd helemaal geen recht hebben op het land dat zij bewonen en bewerken, als zij daar onrechtmatig zijn, illegalen, dan is de stap naar verdrijving snel gezet. Ook daar is een Bijbelse rechtvaardiging voor te vinden: “Gij zult alle inwoners van het land verdrijven en dan zult gij er in wonen” is een gebod dat niet alleen gold na de Exodus uit Egypte, maar dat geldt voor alle tijden. Meir Kahane (extreemrechtse rabbijn, 1932-1990): “Laat ons de Arabieren verdrijven uit Israël en de Verlossing dichterbij brengen.”’ Erik concludeert dan: ‘Kortom, hier wordt, in naam van het Hogere, haat gezaaid en racisme en imperialisme gepredikt.’ (pag. 156). Helaas, zo zegt hij tegen me, ‘grossier ik niet in oplossingen.’ Was dat, ik zou bijna zeggen in Godsnaam, maar wél zo.

Heb je nog ruimte voor iets leuks?

Erik werkt nog altijd, maar heeft gelukkig ook tijd voor andere dingen. ‘Mijn vrouw staat daarbij uiteraard op de eerste plaats’, benadrukt hij. En hij roeit elke week, zomer én winter. Pff ik moet er niet aan denken! Hij houdt van klassieke muziek en bezichtigt graag mooie oude kerken. En… ja hier is hij weer: hij leest graag een boek van Volksschrijver Gerard Reve. Dit fenomeen is al vaker in deze NOORDWOORD-interviewserie voorbijgekomen… maar ik heb het Erik echt niet ingefluisterd, hij kwam er zelf mee. Reve en Nescio zijn z’n favorieten. Dan citeert hij een Reviaanse uitspraak die ik nog nooit gehoord heb: Gerard en Erik houden beiden van de muziek van ‘de oude pruikebol.’ Een leuker einde van deze interviewserie met de schrijvers van de genomineerde boeken van Het Beste Groninger Boek 2024 kan ik niet bedenken!


Het boek Kinderen van Amalek, mythes en feiten rond het Israëlisch-Palestijns conflict stond op de shortlist voor Het Beste Groninger Boek 2024 in de categorie non-fictie. Zaterdag 25 mei 2024 werden de winnaars bekend gemaakt.

De foto van Erik Ader is gemaakt tijden zijn voorleessessie bij de uitreiking van het Beste Groninger Boek door Jasper Bolderdijk.

Meer interviews

Alle schrijvers van de boeken die op de shortlist van het Beste Groninger Boek 2024 staan worden door Magda Bootsma geïnterviewd. Deze interviews zijn al verschenen:

Een verhelderende blik op het Israël-Palestina-conflict