In zijn periode als Dichter des Vaderlands (2019-2020) nam Tsead Bruinja zich voor een inclusieve bloemlezing samen te stellen die ruimte bood aan zo veel mogelijk talen, streektalen en dialecten.
Hij heeft daarvoor heel wat uren in de Koninklijke Bibliotheek gezeten. Na drie jaar lezen en mede met steun van de Turing Foundation is er nu eindelijk het resultaat, een bloemlezing die een andere blik biedt op de Nederlandse poëzie, o.a. doordat ze verder kijkt dan de Nederlandse taal.
Bruinja zegt over het samenstellen: “Ik plaatste online een oproep om gedichten in te sturen en zat van 2019 tot en met 2022 regelmatig in de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag. Collectiespecialist Arno Kuipers speelde daarbij een cruciale rol. Hij haalde voor mij bundels en bloemlezingen uit het depot om door te spitten en regelde een kantoortje.”
De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie bevat gedichten uit Nederland, Indonesië, Suriname en de Antillen, maar ook werk van nieuwe Nederlanders uit het Midden-Oosten en Zuid-Amerika. Het boek wil en kan geen volledig overzicht zijn van de beste gedichten geschreven in het koninkrijk, wel een startschot voor een andere inclusievere blik op onze literatuur en wie daar wel en niet aan meedoet.
Groningse dichters
Inclusief betekent gelukkig ook dat er Groningse schrijvers zijn toegevoegd. Deze eer viel aan Rik Andreae, Asaph Ben-Menahem, Aly Freije, Jan Glas, Fieke Gosselaar, Erik Harteveld, Saul van Messel, Guillaume Pool, Suze Sanders, Albertina Soepboer, Jan Siebo Uffen, Lammert Voos en Nina Werkman.