Ga naar de inhoud
dinsdag 26 december, 2023

Je kunt ook blijven

Door Jantine Wijnja

Schrijver en liefhebber van collectief beslissen Jantine Wijnja schreef deze  verkenning van gemoedstoestanden en een nadenken over wegkijken.

Vanaf 7 oktober wordt ons bloed langzaam uitgeruild voor zacht stromend cement. Dit stuk is een poging om iets te beschrijven van wat ik in deze herfst en winter van Palestina en PVV zie gebeuren. Bij mijn vrienden en bij mijzelf.

#

Toen ik negen was kreeg ik mijn eerste zelfgekozen vriendschap: de eerste vriendschap die niet ontstond uit gelegenheid, maar omdat zij en ik dat wilden.

Op een dag hadden wij in het bos gespeeld en zij had een kletspoot. Wij liepen naar huis. Normaal gesproken splitsten we op, dit keer liep ik met haar mee. Er was iets geks in haar blik. Zij die altijd zo onverschrokken was, leek bang van de modder op haar nieuwe schoen.

Eenmaal binnen bleek waarom. Haar vader werd woest en sloeg haar de trap op, en weer af, en weer op.

Ik bevroor. Mijn hoofd deed het niet meer. Er rolde steeds dezelfde enkele, trage gedachte doorheen: doe-iets, doe-iets, doe-iets. Er kwam geen volgende gedachte. De gedachten waren stuk.

Toch deed ik íets. Toen haar moeder me toefluisterde, ‘lieverd, ga maar naar huis’ en haar broer de deur voor me opendeed, deed ik alsof ik dat niet begreep. Ik bleef stug staan, naar de vloer kijkend, het schaamrood op de kaken. Echte vrienden helpen elkaar en daar stond ik dan, niets te weten en niets te doen. Tot het huis weer rustig werd en ik enkel nog haar huilen hoorde. Toen ging ik weg, en trok de deur zo hard dicht dat het geluid haar wel bereiken moest.

Het is niet zo dat ik precies wist waarom ik dat deed. Maar ik had een vaag soort gevoel in mijn buik: dat als ik bleef, dat we dan de volgende dag gewoon weer samen zouden kunnen spelen. En dat als ik niet bleef, er tussen ons iets verschuiven zou.

#

“Hoe kijk je weg?” Vraagt L. “Ik kan het niet, maar jullie zijn er goed in. Ik werk veel met collega’s, maar in deze tijd hebben ze me nog nul keer gevraagd hoe het met me gaat. What cowards. Als ik over Palestina begin, beginnen zij over hun kerstoorbellen. God heeft je hersenen gegeven om na te denken, en soms kiezen mensen er bewust voor om dat niet te doen. Alsof wat er nú en hier is, alles is wat er bestaat. Alsof wanneer dat ‘nu’ wat lastiger wordt, dat dan direct een persoonlijke aanval op jou is. Terwijl: wij kunnen veel meer aan dan we denken. Er past een eeuwigheid in je rugzak.

L is een alleenstaande moeder van drie en heeft roots in Somaliland. Ik bewonder haar talent voor balans. Ze wandelt doorgaans bedaard in het midden, geduldig met iedereen. Nu knettert de emotie. “De gevolgen zijn zo heftig dat de keuze om weg te kijken niet meer onschuldig is.”

Deze herfst en deze winter zijn koud. Niet in klimaat, wel in gevoelstemperatuur. Koud voor wie geraakt wordt door het tomeloze moorden in Palestina en dat wil bespreken: koud voor wie er zelf niet uitziet als zijnde uit de klei getrokken – of je nu hier geboren bent of niet.

Die kou is niet ineens op komen zetten. Ze was er al jaren, maar wint terrein. In 2016 reisde ik in een zelfvoorzienende aanhanger door Nederland en interviewde iedereen die ik tegenkwam over hun ervaring van Nederland Nu. Hoewel de gesprekken warm en open waren, spatte de vervreemding er vanaf. De bijna gewelddadige wens om je ergens thuis te voelen, gekoppeld aan de nood om dan ook tegen iemand te zeggen: en dan hoor jij hier dus níet. Ook toen was de PVV groot. De afgelopen jaren leek zij kleiner te worden, maar tegelijkertijd werden de sentimenten waar zij op drijft steeds breder gedeeld.

Toen kwam zeven oktober. Na vele jaren van bezetting, onderdrukking, onrecht en toenemende druk richting de Palestijnen was er een gruwelijke aanval op Israel door Hamas. Israel begon een genadeloze aanval op de Gazastrook die tot op vandaag aanhoudt. Voorafgaand aan het bombarderen sloten zij de aanvoer van water, electriciteit, brandstof, voedsel en medicijnen af.

Wij weten heel goed wat er gebombardeerd wordt: woonwijken, ziekenhuizen, scholen, vluchtelingenkampen. Wij weten heel goed wie er sterft: meer dan tweederde van de inmiddels meer dan 20.000 Palestijnse slachtoffers zijn vrouwen en kinderen.

Dit staat niet los van ons. De ongelijke machtsverhouding tussen Israel en de Palestijnen wordt mede mogelijk gemaakt door Westerse regeringen, Nederland niet in de laatste plaats. Nederland stuurt reserveonderdelen naar Israel voor vliegtuigen waarmee bombardementen worden uitgevoerd, onthoudt zich tot tweemaal toe van stemming voor een VN-resolutie die opriep tot een staakt-het-vuren.

Voor veel Nederlanders is Palestina niet ver weg, maar heel dichtbij.

“Wij zijn echt met Palestina opgegroeid, aan het einde van het gebed kwam het altijd ter sprake. Wij zijn ons daar elke dag bewust van,” zegt L.

“We stikken hier door jullie op alle mogelijke manieren onrecht te zien verdedigen. Hou daarmee op,” schrijft een Marrokkaanse kennis.

“Pas nou op dat wij vanuit een leunstoel in Den Haag gaan bedenken wat Israël moet doen om Hamas te verslaan,” zegt Rutte1.

De Nederlandse regering weigert oorlogsmisdaden of mensenrechtenschendingen te benoemen en verschuilt zich achter Israels recht op zelfverdediging, terwijl de systematiek van het moorden live is te volgen.

“weet je wat het is Jantine,” zegt L, “de mensen in mijn omgeving die nu zo aangedaan zijn, die dachten nog dat jullie het meenden. Dat van de mensenrechten enzo. En nu weten ze dat jullie het niet menen. Daar valt niet omheen te kijken.”

#

“Er is geen vrolijke plek na zeven oktober,” zegt mijn Syrische vriendin S. terwijl we luisteren naar het celloconcert van haar dochter.

“Ik had één feest gepland, voor oudjaar, maar dat heb ik afgezegd. Er zijn teveel dode kinderen, en ik vind de wereld een beetje hypocriet. Duizenden van onze kinderen gaan dood, en het maakt niemand iets uit. Mijn dochter mag er op school niets over zeggen van haar leraar.”

Zij, die het aandurfde door IS-terrein te trekken met twee peuters aan de hand en verboden boeken in haar rugzak, wordt genekt door de Hollandse kilte. Haar zelfvertrouwen gaat dit jaar steeds verder omlaag, de dosering antidepressiva steeds verder omhoog. Toch vindt ze in deze tijd een nieuwe baan – die ze weer verliest door sluikrascisme. En dan vindt ze gewoon weer één. Ze heeft het zwaar, maar ze gaat wel door.

Wat maakt het zo moeilijk om van koers te veranderen? Om te zeggen: weet je wat, de reserve-onderdelen van al die vliegtuigen waarmee die mensen worden platgebombardeerd: we weten gewoon niet 100% zeker, zo vanuit onze leunstoel, of we dat wel helemaal een fijn idee vinden. Laten we ze gewoon eventjes niet sturen. Daar kunnen we best een nette brief voor schrijven.

Als Nederland een vriend van Israel was, dan zouden we zeggen: vriend, je zit fout. Wij weten heel goed hoe dat voelt want we zaten zelf ook zo ontzettend ongelofelijk fout die ene keer van met jullie, en wel vaker bovendien. Maar het helpt niet om steeds iemand af te tuigen. Stop.

Het is heel duidelijk dat Nederland op dit moment geen vriend is. Niet van Israel, niet van de Palestijnen, en niet van zichzelf. Niet van het geweten, niet van de medemenselijkheid, niet van vrede en niet van gerechtigheid.

Het is net alsof we nooit helemaal volwassen zijn geworden.

“Wat mij het meeste heeft geraakt,” zegt L: “de collega die me afkapte en zei, ‘Dit is erg maar nu ga ik weer wat anders doen. Er is een kerstmarkt; ik wil een bloesje kopen.”

“Many people fill their days with a thousand and one distractions in an attempt to muffle the cry of their souls,” schrijft Bill Plotkin2.

#

We werden wakker met de PVV als grootste partij. Aan het roer een medemens die in twintig jaar tijd heeft laten zien niets op te hebben met lastige dingen als de grondwet, de rechterlijke macht, vragen, tegenspraak, medemensen die iets anders dan boerenkool door de aderen hebben lopen. Hij is ditmaal de ontvanger van dat grote, meest wispelturige kado: het vertrouwen van de kiezer.

Wanneer ik met mijn ‘witte’ vrienden spreek over de winst van Wilders, dan zeggen wij tegen elkaar: er hebben nog altijd drie van de vier mensen niet op hem gestemd! Grondrechten liggen vast! Er zijn tegenkrachten! Het is meer een vote of no confidence naar zittende bestuurders! Het gaat eigenlijk over de huizenmarkt! Nu is de rot tenminste in het zicht.

“Kijk dan,” zegt Ricky en stuurt me het partijprogramma door. “We moeten het hebben over de klassenstrijd, anders zitten we straks met de rassenstrijd.”

Ik knik. Werk te doen maar komt goed.

Tot ik weer naar mijn àndere vrienden kijk en besef dat het al helemaal mis is. Want: dat zij zich onveilig voelen en onwelkom weten, wordt door één op de vier Nederlanders blijkbaar als acceptabel beschouwd.

De dag na de verkiezingen gaat Wilders op bezoek bij inwoners die gekeerd zijn tegen de komst van een nieuw AZC in Kijkduin, een kleine twee week later wordt Bosma voorzitter van de Tweede Kamer. Yesilgöz dient een motie om de spreidingswet niet uit te voeren: “er is een nieuwe meerderheid en deze motie straalt dat uit.” Niets wijst erop dat het mee gaat vallen.

John Morijn, bijzonder hoogleraar recht en politiek in de internationale betrekkingen, waarschuwt er voor om niet te onderschatten hoe snel een antirechtsstatelijke en antidemocratische partij aan het roer veel schade kan aanrichten. In interviews trekt hij de lijn tussen Nederland, Polen en Hongarije, en legt het patroon dat zich voordoet duidelijk uit. ‘Als je dit patroon in de praktijk brengt, dan moet je niet denken dat het in Nederland op een andere manier uitpakt dan in alle andere landen. Het patroon is namelijk altijd hetzelfde. Wij staan gewoon op een ander moment in dat patroon.3

“Wat ik al merk,” zegt S, “is dat de mensen die kwaad over ons denken of kwaad met ons willen, het gevoel hebben dat zij zich niet meer in hoeven te houden. Ik merk dat op straat, of in hoe zij omgaan met mijn kinderen. Ze voelen zich gesterkt. En dat zijn ze ook.”

“De eerste jaren hier had ik veel ideeën. Wat ik kon doen, hoe ik bij kon dragen. Maar nu moet ik heel veel stapjes naar achteren zetten. Ik moet terug naar binnen. Ik moet opnieuw nadenken: in hoeverre kan ik mensen hier vertrouwen? Tot op welk punt kan ik mezelf zijn?”

“Ik wil gewoon net als Mogwli in de boom wonen, met de dieren.”

#

Ricky noem ik bij naam in dit stuk. L en S niet. De situatie waarin het voor de één veiliger is om zicht te laten zien, om in het openbaar te bestaan en zichzelf te zijn voor de ander: dat is niet iets waar we op af stevenen.

Daar zijn we al.

#

De rivier is breed en traag, haar water bruin en modderig. Het is donker. Maar je kunt de modder over je gezicht voelen strijken en zwemmen. Je kunt jezelf ook naar de bodem laten zakken en daar blijven liggen, zachtjes ademend, rustend tot de kracht terugkomt of er een koele stroompje fris, zoet water langstrekt.

De oever is hoog en ver. Ik dobber, duikel, steek een hand op. Ik weet niet waarom ik een hand opsteek, er is geen zicht. Dan laat ik mezelf weer onder water zakken.

De rivier is een veilige plek. Je zwemt naar de bodem en voelt er de trillende lijven van anderen die zich er af en toe even ingraven. Zij rusten uit totdat ze weer tevoorschijn schieten, het water uit spatten als menselijke kanonskogels, landend op de oever om weer mee te doen met alles wat zich daar afspeelt. Want er zijn mensen op de kant: er is daar zelfs een feestelijk verlichte boulevard. De mensen lachen, flaneren, eten een ijsje. Ik weet hoe het is om daar te lopen. Vaak genoeg doe ik het ook. De muziek, de stalletjes: zodra ik daar loop is het logisch om daar te zijn. En zodra ik hier dobber is het logisch om hier te zijn. Daar is het belangrijk dat je een mooie blouse hebt die je precies zó draagt. Hier kun je uitrusten, voelen, aftasten, zijn.

Deze brede rivier loopt dwars door de stad. Zij gaat zachtjes op en neer, zij slaapt en is traag. De fel verlichte stad vouwt zich om de donkere rivier heen en doet net alsof ze er niet is, alsof ze enkel een stuk negatieve ruimte is. Alles gaat gewoon verder.

En de mensen in de rivier laten zich drijven op de stroom, voelen af en toe een tak of een vis of de hand van een ander. Kijken naar de wolken voor de maan en naar hoe de wolken steeds weer iets anders worden. Ik zoek mijn vrienden. Soms mag ik ze vinden en soms kan ik ze niet vinden.

De rivier is nodig. Haar modder is nodig: het gebrek aan zicht, dat andere zintuigen aanzet. Ik weet niet wat ik zeggen kan in deze tijd. Mijn gedachten voelen alsof er kleine kevertjes doorheen wroeten. Daarom is de rivier nodig: om ergens in onder te duiken, maar niet in jezelf. In iets dat groter en breder dan jou is.

Het is niet aardig, maar ik zou de flanerende mensen van de kade willen trekken. Ik zou hun kristallen monden willen openbreken, hun open monden onder de prachtige neonwolken willen houden: ‘proef dan! Alles is overal!’ Ik zou willen flapperen met m’n armen: ‘kijk toch! We zijn er, hier, en in principe is alles mogelijk!’ Dan zou ik wijzen op de torenklok en het startsein geven: ‘Alles…. begint…. Nu!!!’ Maar niemand deelt mijn enthousiasme en de mensen vervolgen verongelijkt hun weg.

#

Ik spring uit de rivier. Frans aan de lijn.

“Als Wilders premier wordt emigreer ik!!!” schreeuwt Frans.

“Je blijft mooi hier!!!“ schreeuw ik terug.

Ik hoor het veel. Ik ga weg / Ik wil er niets mee te maken hebben / Als ik er over na ga denken word ik gek / Ik trek wel voor vier jaar een deken over mijn hoofd / Ik ga op zwart.

Het is vervreemdend om onderdeel te zijn van een maatschappij die uit angst om zelf iets te verliezen, haar medemenselijkheid in een bootje zet – en dan dat bootje terug de zee opduwt.

Voor mij is vervreemding een oude getrouwe. Er is een deel van mij dat denkt: oh, maar dit – dit mezelf terugtrekken – dit kan ik heel goed! Ik trek mijn mantel van vriesparels aan, en die trek ik lekker strak om me heen. Ik adem vorst uit en verander in een lege stoel. Kijk maar, denk ik triomfantelijk: ik ben er niet.

Maar ik ga niet op zwart. Ik ga op kleur. De uitdaging, voor zover ik het begrijp, is om niet jezelf terug te trekken. Ook niet te proberen de wereld te redden. Maar juist te proberen er een volledig onderdeel van te zijn. Jezelf er in op te laten gaan en eraan te geven, zo goed en volledig als je maar kunt. Juist wanneer de realiteit om je heen níet is wat je ervan hoopt.

Het gaat om blijven en er zijn. Op de manier die past bij jou, die jou helpt er te zijn als jezelf. Het maakt helemaal niet uit wat voor manier dat is. Op een lieve manier iemands nagels lakken is niet persé minder belangrijk dan een slimme analyse maken.

#

De macht van een leider als Wilders begint met een verhaal. Zijn verhaal heeft nu al effect op de werkelijkheid, zie ik als ik om me heen kijk: Blijkbaar doen wij er niet toe / Ik dacht dat ik hier hoorde / Misschien was het maar een spelletje.
Iets begint te verschuiven en de dingen vouwen zich er omheen.
Maar het zondebokverhaal is een angstig en armoedig verhaal dat de wereld lelijk schildert en de mensen kleiner maakt. We zijn absoluut tot beter in staat, wat verhalen aangaat. Dat weet Wilders ook: het is niet voor niets dat wie afhankelijk is van andermans angsten, de kunsten graag wil ontmantelen. Dat is niet een miskennen, maar juist een erkennen van de kracht van de verbeelding en ontmoeting. Van ons vermogen om ook iets anders, warmers, robuusters wakker te schudden in elkaar. Iets dat altijd op ons ligt te wachten, onuitroeibaar.

#

“Dit is een uitnodiging om je te herinneren dat wij één zijn, en in staat om elkaar te voelen,” zeggen de makers van het collectief We Sell Reality tijdens de performance ‘Memorial #3: Space, Time and Death – the silence of the cosmic winds.’ “Dit is een uitnodiging om je te herinneren dat wat één van ons overkomt, ons allemaal overkomt.” Samen knutselen de makers van We Sell Reality – deels hier gekomen als vluchteling – en het publiek een herdenking. We staan stil bij alle migranten die de oversteek naar Europa per boot wagen of hebben gewaagd. We herdenken met simpele middelen: papieren bootjes, isolatiedekens, balpennen. Onze voeten, onze stem. We roepen de woorden die we met de reis associeren naar elkaar. We maken zelf een symbolische oversteek, daar in dat kleine gangetje. Er ontstaat als vanzelf een ritme. Een warmte vouwt zich om ons gezelschap heen en strekt zich uit.

Wat deze kunstenaars aanspreken in ons, klopt met ons. Het wil resoneren. Met deze simpele handelingen blazen we op de vonkjes van ons één-zijn: we laten die kooltjes harder gloeien. In het wandelen, roepen, schrijven en zijn transformeert ook deze minimale herdenking al onze werkelijkheid.

“I believe in the original place we are undivided,” zegt zangeres Hatis Noit op 31 oktober tijdens haar optreden op het Sounds of Music festival.

Iets begint te verschuiven en de dingen vouwen zich eromheen: dat geldt voor onze nieuwe kamervoorzitter, en voor de kille nieuwe meerderheid die haar coalitie verkent en vast spijkers met koppen gaat slaan. Het geldt ook voor de poezie, voor het weten dat wij allen verbonden zijn, voor ons vermogen elkaar te voelen, voor het weten dat wij nooit een ander geweld aan kunnen doen zonder onszelf geweld aan te doen. Dat is er altijd allemaal ook. Elk hart dat weet dat dit weet is een baken. Maar het werkt alleen als het durft licht te geven.

Er komen bijzondere jaren aan. We hebben samen een situatie de wereld in ge sim-sala-bimd die ons al treft en zal blijven treffen – de één harder dan de andere. Aan ons taak om met open ogen in de ruimte te blijven en elkaar zo goed mogelijk door deze tijd te loodsen, met dan weer een duik in de rivier en dan weer een sprong op de kade.

Het zou leuk zijn als het meevalt. Ook als het niet meevalt, is er kleur om te vieren en zijn de gedichten en de muziek bij ons. En zijn wij bij elkaar – als wij durven om elkaar te zien.

Jantine Wijnja, december 2023.

Foto: ‘Memorial #3: Space, Time and Death – the Silence of the Cosmic Winds’ van We Sell Reality bij het Amsterdam Museum op 9 december 2023. foto door auteur.

1 https://nos.nl/collectie/13959/artikel/2495065-rutte-sprak-met-abbas-en-netanyahu-drong-aan-op-wijsheid-en-terughoudendheid

2 Bill Plotkin, Soulcraft – Crossing into the mysteries of nature and psyche. New World Library, 2003.

3 https://www.rtvnoord.nl/nieuws/1096913/groninger-hoogleraar-waarschuwt-een-stem-voor-de-pvv-is-vaak-een-stem-tegen-jezelf

'Memorial #3: Space, Time and Death - the Silence of the Cosmic Winds' van We Sell Reality bij het Amsterdam Museum op 9 december 2023. foto door auteur.