Ga naar de inhoud
vrijdag 25 juli, 2025

De scheidslijn – Teun van der Linden

Wat gebeurt er als de kunstwerken op straat ineens beginnen te bewegen? Deze zomer duiken we in het mysterieuze parallelle universum van Grunn – een wereld waar Groningen’s straatkunst transformeert tot levende superhelden.

Naar aanleiding van de graphic novel Guardians of Grunn riep NOORDWOORD samen met Kunstpunt Groningen schrijvers op om zich te laten inspireren door de kunst in onze stad. Het resultaat? Vijf winnende verhalen waarin bekende Groningse kunstwerken de hoofdrol spelen in onverwachte avonturen.

Deze schrijvers droegen hun verhaal voor tijdens het slotprogramma van de Maand van de Kunst op Straat op 3 juli. Het beste verhaal wordt gepubliceerd in KUNST. magazine en verstript door Esther van de Bund van het Guardians of Grunn-collectief.

De komende weken publiceren we alle vijf de verhalen hier in het magazine. Stap binnen in dit parallelle Groningen en laat je fantasie de vrije loop.

De scheidslijn – door Teun van der Linden

Op een avond verliet Naomi, via een brede draaideur, het Harmoniecomplex en ging op het dichtstbijzijnde bankje voor de kantine zitten. In haar zwarte rugzak zat de conceptversie van haar scriptie die ze schreef bij meneer Van Gunsteren. De universitair docent was een veertiger met een volle snor.

      Naomi zette de tas naast zich neer en keek voor zich uit.

      Op een bankje aan de overkant van het Harmonieplein zat Laura, een medestudent. Ze zoende een jongen met zwartgeverfd haar en een zwarte, wijde broek. Verder was er een drietal studenten die een bal overschoten.

      Tegen de achtergrond van een egaal bewolkte, oranje lucht stond op een stenen sokkel een beeld van een opwaaiende wimpel. Naomi kende het motto van het kunstwerk: ‘Men leert niet voor de school, maar voor het leven.’ Ze had het bordje op het kunstwerk meerdere malen uitgespeld.

      Men leert niet voor de school? Zo is het kennelijk niet met mijn scriptie, dacht ze plots en ze balde haar vuist.

      Haar knokkels waren benig en scherp.

      Naomi schreef over de scheidslijn tussen fictie en werkelijkheid. Haar stelling is dat de grens tussen die domeinen niet scherp te trekken is, dat de werkelijkheid vol fictie is en de fictie vol werkelijkheid, zodanig dat beide werelden samensmelten tot één groots alomvattend zijn.

      Met tegenzin ritste Naomi haar tas open en nam haar scriptie eruit.

      De balpen van meneer Van Gunsteren ontsierde de bladzijden van haar werkstuk. In haar borst schuilde hetzelfde doffe gevoel dat ze had gehad, toen ze het een maand geleden had uitgemaakt met haar vriend, Pierre, een Franse jongen met kortgeknipt haar die rechten studeerde in het Rölinggebouw. De laatste weken van hun relatie had hij zijn mond vol van Property Law.

      Op een gegeven moment was het genoeg.

Naomi stopte de scriptie terug in haar tas en sloot haar ogen.

      Onmiddellijk verscheen het beeld van de kwebbelende snor.

      ‘Wat bedoel je precies met “de scheidslijn”, Naomi?’

      Ze moest, zo had meneer Van Gunsteren gezegd, zich verduidelijken, haar gedachten perfectioneren, haar standpunt uithouwen als een beeldhouwer. Zoals het nu was, was het zweverig, vaag, cliché. Ze moest een Sisyphus zijn, die niet ophoudt goedgemutst de steen de berg op te duwen, ook al rolt die telkens vlak voor de top naar beneden.

      Van Gunsteren had in de daaropvolgende stilte tevreden in zijn koffie geblazen.

Toen Naomi haar ogen opende leek er iets veranderd.

      De oranje lucht leek een fellere gloed te hebben, alsof het plots veel later was.

      Verbeelde ze het zich of had ze geslapen?

      Toen zag ze het.

      De wimpel hing slap als een niet gehesen vlag over de sokkel, het puntje raakte de paarsachtige klinkers.

      Ze keek naar de overkant.

      Laura boog juist voorover in de richting van de jongen met het zwartgeverfde haar die op een wat onnatuurlijke manier achterover helde.

      Ze waren versteend.

      Ook de studenten die een balletje trapten bewogen niet.

      De bal hing stil in de lucht samen met een jongen met lang blond haar, dat deels omhoog piekte alsof zijn kapsel bloot stond aan een onophoudelijke bron statische elektriciteit.

      Voordat Naomi weg kon rennen stak er een wind op.

      De wimpel wapperde omhoog in de richting van het wolkendek, schokkend en trekkend als een vlieger.

      Pas toen zag ze hem staan, achter een van de ramen die uitkeek op het plein.

      Meneer Van Gunsteren. Doodstil, als een wassen beeld, keek hij haar richting op.

      Ze zat te ver om zijn snor te kunnen zien.

      Onder een van de nabijgelegen ramen hing een paarse poster met dikke chocoladeletters:

      GUARDIANS OF GRUNN

      Nog altijd wapperde de wimpel omhoog, likkend als een Olympische vlam. Het was bijna alsof de wimpel de hemel oranje kleurde.

      Vanuit een aantal straten verderop klonken plots vreemde stemmen op, of eigenlijk was het een synchroon gegrom, alsof een groep golems ontwaakte.

      Naomi keek verschrikt opzij, kippenvel stond op haar armen.

      De scriptie stak iets uit haar tas, met het titelblad naar haar toe gericht.

‘De scheidslijn’, hoorde Naomi zichzelf zeggen, met een stem die nauwelijks de hare was.

      Het werkte als een commando.

      De wimpel versteende, de bal plofte op het hoofd van de blonde jongen en stuiterde naar de voet van de stenen sokkel.

      Er was geen gegrom meer.

      Ze keek omhoog. Van Gunsteren stond nog altijd aan het raam.

      Hij hief zijn hand op.

      Toen Naomi de hare opstak, vroeg de blonde jongen aan zijn kameraden of de wimpel vroeger niet de andere kant op had gestaan.

Ben je benieuwd op welk kunstwerk in Groningen Teun dit verhaal heeft geïnspireerd? Bekijk het hier, op de website van Kunstpunt!

De scheidslijn – Teun van der Linden