Tijdens literatuurfestivals is het gebruikelijk dat de schrijvers spreken en het publiek luistert. Bij Het Grote Gebeuren is dat niet anders.
Nu zijn er over het spreken vele boeken volgeschreven: over stemgebruik, betekenisvolle stiltes, oogcontact en de vele middelen van de retorica. Over luisteren is verrassend weinig te vinden. De gedachte is wellicht: als de spreker goed spreekt, komt het met het luisteren vanzelf goed.
Maar wat is ‘goed luisteren’? Dat je tijdens het luisteren supergeconcentreerd bent en de volgende dag ‘alles nog kan navertellen’. Of is het ook goed als je in gedachten afdwaalt, gevoed door de associatieruimte waar het vertelde je toe uitnodigt? Wat gebeurt er als je luistert? Is er een verschil tussen luisteren en horen? Moet je een getraind oor hebben om literaire teksten te kunnen verstaan? En: hoe ziet een ideale luisteromgeving eruit? Deze vragen zijn aan de orde in een workshop Goed luisteren door Miriam Rasch.