Hoe maak je een typisch Afrikaans verhaal toegankelijk voor westerse lezers? Wim de Gelder vertelt over de totstandkoming van het boek: de gesprekken en het schrijfproces. Alexandre
Pedro vertelt over Kipanda Bunga, het dorp waar hij opgroeide: over religie en hekserij, over leven in afhankelijkheid van de natuur, over oude stamstructuren, over het Kikongo, zijn moedertaal.
In de roman Mijn naam is Leu nemen Alexandre Pedro en Wim de Gelder de lezer mee naar de Angolese jaren van Leu Pedro. Het verhaal begint in Kipanda Bunga, een dorp in het noorden van Angola, afgelegen, bedreigd en in de regentijd zo goed als onbereikbaar. Oude stamstructuren bepalen het leven. Overal is familie: oom Leu Ukani, de rondreizende prediker; oom Carvalho, die door de rebellen verlamd is geschoten; Leu’s mythische opa, die jachtkunstenaar is en vijftien vrouwen heeft; Tungu Nzaxi, zijn veeleisende vader, die wil dat Leu naar de middelbare school gaat, ook al moet hij daar honderd kilometer voor lopen; Mama Fineza, zijn liefdevolle moeder, die hem wijsheid leert. Allemaal hebben ze het beste met Leu voor. Het zijn de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, de Portugese bezetter is eindelijk het land uit, maar van vrede is geen sprake: rebellengroepen vechten om de macht. Mijn naam is Leu is een indringend coming-of-ageverhaal, dat de lezer meevoert in een onbekende wereld. Een ontroerend, bij vlagen hartverscheurend en hoopvol boek.
Meld je aan voor deze lezing. Wij zorgen voor lekkers bij de koffie en de borrel. We maken er samen een fijne avond van.