Een maand geleden, 18 april 2025, verscheen het kloeke boek Een nieuw geluid, de geboorte van de moderne poëzie in Nederland. Op donderdagavond 15 mei werden de schrijvers Gilles Dorleijn (hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde aan de RUG) en Wiljan van den Akker (hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde aan de UU) geïnterviewd door Mathijs Sanders, sinds 2017 hoogleraar Nederlandse Letterkunde aan de RUG. Het interview vond plaats in sociëteit de Harmonie, ‘sinds 1840 de plek waar je elkaar ontmoet in hartje Stad’. Zo’n vijftig belangstellenden kregen meer dan waar voor hun aanwezigheid dankzij de fijne interviewer, de aimabele schrijvers en de interessante bespreking van enkele onderwerpen uit het pasgeboren boek.
Twee kilo weegt het en het bevat 1264 pagina’s. Mathijs Sanders geeft de toehoorders niet de kans zich daardoor te laten afschrikken, integendeel. De tweeënveertig hoofdstukken van het boek zijn elk in een uur te lezen, zo stelt hij als aanbeveling. Er volgt een aanstekelijk boeiend gesprek waarin enkele hoofdlijnen van de geboorte van de moderne poëzie de revue passeren.
Autonomie+
Aanleiding voor het schrijven van de bundel is de behoefte van de neerlandici aan een frisse kijk op de bestaande literatuurgeschiedenis en onvrede over het feit dat schrijvers, critici, methodes en literatuurdocenten elkaar napraten over een canon en gevestigde namen. Er is sprake van beeldvorming en classificatiedrang terwijl een empirische basis ontbreek, aldus de schrijvers. Van den Akker en Dorleijn hebben die basis onderzocht en daartoe alle Nederlandstalige poëziebundels die tussen 1900 en 1940 zijn verschenen bestudeerd, als ook zo veel mogelijk Nederlandse tijdschriften uit die periode op ‘poëzie’ doorvorst. ‘You should have had your head examined’ zegt Van den Akker daarover in retrospectief in goed Nederlands.
Poëzie domineert het debat over literatuur in de genoemde periode, zoveel is duidelijk en autonomie is daarbij het toverwoord. Er is aan het begin van de 20e eeuw kritiek op ‘betekenisloosheid’ en de ‘ivoren toren’ vanwaaruit dichters opereren, maar in dat spanningsveld wordt anderzijds beweerd dat (alleen) poëzie de zin van het leven aan kan raken en dat poëzie alle mensen in de maatschappij een diepere betekenislaag kan toedienen. Poëzie staat niet in dienst van kerk, kapitaal of politiek, maar heeft een eigen scheppingsplan. Dorleijn en Van den Akker spreken van een ‘autonomie +’.
Juffrouwendichters
De moderne poëzie heet als een nieuwe lente bij de Tachtigers te zijn begonnen. Maar wat wanneer en door wie ‘modern’ genoemd wordt is en was niet in steen gebeiteld. Er wordt een strijd geleverd om de erfenis van ’80, protestanten vragen zich af ‘hoe modern te zijn als protestant’ en de Nieuwe Zakelijkheid uit de jaren twintig van de vorige eeuw zet de bijl aan diepere waarden. Gelukkig komt daarna het werk van de dichter Nijhoff. Autonoom en betekenisvol, concreet, toegankelijk en magisch. Poëzie doet ertoe, stellen de schrijvers met hem. Het is als naar de wc gaan: het is een basale functie. Je gaat omdat je moet, er is geen sprake van een keuze.
Dat er in de periode die de bundel bestrijkt sprake was van uitsluiting van vrouwen is evident. Geen enkele vrouw heeft in de genoemde periode in een redactie van een poëzietijdschrift gezeten, vrouwelijke schrijfsters zijn ‘juffrouwendichters’. Vrouwen gingen weliswaar over gevoelens en emoties, maar niet over het metafysische soort van Kloos’ allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie’. Ze zijn niet in staat een wereldbeeld te hebben is het (ook wetenschappelijke) gangbare uitgangspunt.
Overzichtelijk en toegankelijk
De mannen van Een nieuw geluid beschrijven de bevindingen van hun indrukwekkende onderzoek naar veertig jaar poëziegeschiedenis overzichtelijk en in een fijne, toegankelijk stijl, gelardeerd met volop (fragmenten van) gedichten. De Groningse Tessa van der Waals heeft het mooie omslag van het boek verzorgd. Het eerste half jaar kost de bundel maar 55 euro, vanaf oktober €65,-
Door: Joke Aartsen