Leuke fietsroute van Stadskanaal en via de Rode Loper weer terug
Lengte: 39,5
Knooppunten: 58 – 47 – 54 – 97 – 28 – 29 – 31 – 32 – 36 – 37 – 39 – 78 – 77 – 45 – 46 – 47
Samengesteld door Maarten Praamstra
Als je bij Fietsknooppunt 58 aankomt heb je al een paar kilometer door Stadskanaal gefietst. Rechts van je ligt het kanaal en links staan veelal vrijstaande huizen. De stationsstraat die bij de brug begint gaat naar de Museumspoorlijn STAR, waar een toeristische spoorlijn de plek met Veendam verbindt. De Groninger dichter Renske Marike van Dijk dicht in Weerzi(e)n over het uitblijven van een ontmoeting. De hoofdpersoon keert om naar huis, maar wij vervolgen onze weg door het dorp.
Op knooppunt 47 kan je een gedicht van Rik Dereeper ontgrendelen. Suikertantes feestmaal gaat over een tante die, gelukkig, geen gedichten leest en het is te hopen dat ze ook niet van fietsen houdt. We fietsen Drenthe in en passeren knooppunt 54 op weg naar knooppunt 97. Na zes kilometer zijn we in Musselkanaal. Tuin vol bramen van Rozalie Hirs beluister je wellicht het beste liggend in het gras.
We steken de brug over en fietsen langs het kanaal verder naar Jipsingboermussel. Bij knooppunt 28 is een gedicht van Siel Verhanneman te vinden. In het verschiet richt zich rechtstreeks op een ongeboren kind. Luister nog eens goed naar de vogels die fluiten en fiets verder. Nu laten we het kanaal achter ons en slaan naar links de Schaalbergerweg in. Knooppunt 29 brengt een gedicht van Esther Jansma. Zeer geleerde tuin is voor de gelegenheid ietsje aangepast en nu zijn wij het die fluitend verder fietsen.
Het stuk hierna is een van de mooiere delen van de route. De weidsheid van het landschap is heel even weg en tussen de bomen door fietsen we langs de knooppunten 31, 32 en 36 naar knooppunt 37 voor het volgende gedicht. Wie een stuk van de route af wil snijden doet dit door na knooppunt 31 naar links te slaan op de Voorbeetseweg en deze te volgen tot de driesprong met de Zandtangerweg en de Jipsingboermusselweg.
Sla naar links richting knooppunt 37. In het gedicht Ik ruilde hanen voor duiven van Luc C. Martens speelt zich af in hogere sferen. De klokken die je hoort luiden zijn ongetwijfeld die van het naastgelegen dorpje Kopstukken. De grote katholieke kerk maakt duidelijk dat we in een Rooms Katholieke enclave zijn aangekomen.
Van hanen en duiven is het een klein stukje naar boerenzwaluw op knooppunt 39. Hans Krüse dicht over een fietser die onderweg een mug inslikt en beseft hoeveel vliegen een boerenzwaluw wel niet vangt. Knooppunt 78 ligt bijna 7 kilometer verder, maar de route langs de boerderijen is prima te doen. Misschien moet je bij het knooppunt even wachten op passerende koeien. Dan heb je gelijk de tijd om naar Hondsdagen van Corie Grootendorst te luisteren. Voor even verleg je je perspectief naar de dieren die je onderweg bent tegengekomen en dan is het tijd om weer op de fiets te stappen.
Voor knooppunt 77 hoef je niet halt te houden, maar bij knooppunt 45 wacht je een klassiek sonnet van P.J. Kruizenga. Nieuw leven doet verlangen naar de herfst en dorre bladeren. We vervolgen onze weg naar knooppunt 46 en passeren daarbij een fietsbrug De Rode Loper. Zelden was een naam zo terecht gekozen. Daarna arriveren we bij In de straten van Stadskanaal van Gerard Knolhoff.
Hier is de zomer vol druilerige liefde.
Hier ontmoet je kromme mensen, recht
voor de raap. En als je hier naar toe wilt komen,
draag dan wat bloemen in je haar.
Blijf eventueel nog even plakken in Stadskanaal om bij te komen van de tocht. Vanaf knooppunt 45 is het een klein eindje terug naar knooppunt 47 en daarmee is de route tot een einde gekomen.