Ga naar de inhoud
vrijdag 2 mei, 2025

‘Schrijven is gewoon een kwestie van heel hard werken!’

Interview met Vincent Kortmann

‘Dit is hoe eenzaamheid eruitziet.’

Dat ging meermalen door me heen bij het lezen van ‘Vlees en bloed’ van Vincent Kortmann, een van de genomineerden in de categorie ‘fictie’ voor de Noordwoord-prijs ‘Beste Groninger Boek 2025′. Ik vraag hem hoe hij dat doet: in zulke ogenschijnlijk simpele taal zo’n pakkend verhaal vertellen. Met enige spot en ook verontwaardiging in zijn stem antwoordt hij: ‘Schrijven is gewoon een kwestie van heel hard werken!’ En dat is dus wat hij gedaan heeft, drie jaar lang, elke dag. Want ’tijd en kwaliteit zijn met elkaar verbonden. Onlosmakelijk.’ (p. 24). En wat is het een prachtig boek geworden, over de relatie tussen zoon Viktor en vader Leo. Bij gebrek aan eigen woonruimte trekt Viktor na zijn scheiding bij Leo in. ‘Ondanks hun verschillen ontwikkelen ze samen een wankel evenwicht. Tot Leo een beroerte krijgt.’ (citaat flaptekst)

Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig

Schijnbaar tussen neus en lippen door trekt Vincent de lezer het verhaal in, bijvoorbeeld als hij beschrijft hoe Viktor aan zijn vader vertelt dat hij niet veel vrienden heeft bij wie hij zou kunnen logeren: ‘De meesten zijn met Mischa (zijn ex) meegegaan.’ (pag.19). Eén zo’n zinnetje zegt meer dan een paginalang lamentatio. Met hetzelfde gevoel voor understatement beschrijft hij hoe Viktor haar, jaren eerder, om verkering gevraagd heeft. Hij had een buitengewoon intelligente volzin ingestudeerd, maar op het moment suprême kwam hij niet verder dan de vraag die hij vroeger op de basisschool aan z’n uitverkorene(n) stelde: ‘Wil je verkering?’ En aldus geschiedde, en gingen Mischa en hij een fantastische zomer tegemoet ‘waarin trouwens ook mijn moeder overleed, maar dat wist ik toen nog niet.’ (pag. 55). Gerard Reve zou gezegd hebben: ‘Maar dit terzijde.’

Het zat er al jong in

Liefde voor taal had Vincent al op de basisschool. Hij schreef opstellen, later gevolgd door korte verhalen. Dit heeft hij niet meer losgelaten en het heeft hém ook niet meer losgelaten. Dus de vraag ‘wat ga je doen na de middelbare school’ was makkelijk te beantwoorden: ik ga Nederlands studeren!

Schrijven is niet een beetje ‘gewoon lekker schrijven!’ Het is inspanning, het is hard werken. Vincent vertelt dat hij juist over zijn ‘makkelijke en toegankelijke’ taalgebruik en over de onverwachte (oh zo knappe) wendingen in het verhaal lang nadenkt. Het verhaal dat hij wil vertellen mag niet ’te zwaar’ (sic) worden, maar ‘alleen maar grappig’ werkt natuurlijk ook niet. Het is een kwestie van doseren en mag nooit een doel op zich worden. En zo heeft hij meer criteria waaraan zijn werk moet voldoen, zoals: ‘Om de aandacht van de lezer af te dwingen, moet je zorgen voor een pakkend begin.’ Een ander voorbeeld is dat hij geen aanhalingstekens gebruikt en ‘niet elk lijntje precies wil afhechten’. Dit omdat hij vindt dat de lezer zelf ook aan het werk moet. Maar voorop moet staan dat het boek ‘de lezers moet vermaken’; zij doen immers de moeite om je boek te lenen of te kopen. Dat moet beloond worden.

‘Viktor is een generalist, net zoals ik’

Bij Vincent thuis zitten we aan de grote eettafel met uitzicht op een heerlijk volle boekenkast. Wanneer ik daar een (positieve, uiteraard) opmerking over maak, troont hij me mee naar zijn werkkamer… nog veel meer boeken. En ongetwijfeld, zo denk ik bij mezelf, staan er boven ook nog honderden, misschien wel duizenden exemplaren. Dit geldt evenzeer voor hoofdpersoon Viktor, die óveral iets over wil weten, ook over de meest ‘onzinnige’ dingen. Alle feitjes, over alles: hij heeft een hoofd als een encyclopedie. Tegelijkertijd is hij enigszins wereldvreemd: nuttige kennis die je in het ‘gewone leven’ nodig hebt, ontbreekt bij hem. Als hij bijvoorbeeld na de scheiding op zoek is naar eigen woonruimte en daarvoor een urgentieverklaring probeert los te peuteren, zegt hij tegen de betreffende ambtenaar dat ‘een flatje in Schalkwijk (Haarlem) goed genoeg’ is voor hem. Hij heeft geen enkel benul dat de woningnood zó hoog is dat je zelfs voor een niet echt populaire wijk als deze, jarenlang op een wachtlijst moet staan. Auteur Vincent verwoordt het over zichzelf aldus: ‘Ik heb een voorliefde voor het triviale; je hebt er niks aan, maar ik zou heel goed aan allerlei quizzen mee kunnen doen.’ Uiteraard kent hij, wellicht volgens sommige lezers een stuk minder triviaal, alle namen van de Oranje-voetballers van het EK 1988 uit z’n hoofd. In een bui van zelfreflectie vraagt hij zich wel eens af wat hij daar nou eigenlijk aan heeft, maar toch, maar toch, hij weet het lekker wél en daar gaat het om!

Gestileerde eenzaamheid: ‘de soep koud opeten, zo uit de pan’

Als zijn vader is overleden, denkt Viktor: ‘Nu ben ik alleen.’ (p. 228). Weer zo’n eenvoudig, maar juist daardoor des te indringender zinnetje waar de auteur in uitblinkt. De tranen springen me zowat in de ogen en er popt, zo uit het ‘niets’, een zin van Prince in me op: ‘And we try to imagine what silence looks like, yeah, we try to imagine what silence looks like.’ Nou, voor Viktor ziet dat er voortaan dus uit als een kommetje koude soep. Tegelijkertijd is Vincents stijl zo absurd-droog dat ik in de lach schiet: ‘Leo lag ondertussen rustig dood te zijn.’ (p. 235).

‘Oud’ en ‘nieuw’ vaderschap

Wanneer Viktor na zijn scheiding van Mischa noodgedwongen bij zijn vader is ingetrokken, leren ze elkaar – ‘elk nadeel heb z’n voordeel’, Cruijff zei het al – noodgedwongen beter kennen. Tot dan hadden ze niet zoveel contact met elkaar, letterlijk noch figuurlijk. Een generatie later wil Vincent het met zijn kinderen anders doen; hij is een aanwezige vader voor hun twee dochters van bijna 14 en 12 jaar. Hun wereld is niet alleen vol met boeken; ze zijn nog muzikaal ook: z’n vrouw speelt piano, de oudste dochter speelt viool en de jongste cello. Het huis is vol klassieke muziek En Vincent? ‘Ik speel helemaal niks.’ Ach ja, je kunt niet overal goed in zijn…

Tot slot

Vincent, geboren en getogen in Stad, heeft een jaar of acht bij een Haarlems veilinghuis gewerkt. ‘In dat wereldje is het ontzettend gemakkelijk om de boel te flessen, maar wij waren heel eerlijk. Als je de complete inventaris van een huis moet beoordelen, is het essentieel om de goede en waardevolle dingen eruit te pikken; in de loop van de jaren dat ik dit gedaan heb, werd ik daar steeds handiger in.’ Hij kent het werk van hoofdpersoon Viktor dus van binnenuit. Op mijn vraag of het boek ‘dus’ autobiografisch is, krijg ik niet echt een eenduidig antwoord: ‘Ja, maar zeker niet helemaal; nee, maar ook gedeeltelijk toch wel.’

Lees en oordeel zelf maar, want dit boek verdient een boel goede verstaanders.

Een paar ‘noten’

Leestip van Vincent: Arnon Grunberg en Rob van Essen gebruiken ‘goeie humor’ om hun verhaal te vertellen.

Tip in het boek: Viktor vindt dat ‘boekenverslaving ook bij Jellinek behandeld zou moeten worden.’ (p. 77). Nou, doe maar niet!

Het citaat van Prince komt uit het nummer ‘If I was your girlfriend’, van het album ‘Sign o’ the Times, 1987.

Door: Magda Bootsma
Foto: Stella Dekker

‘Schrijven is gewoon een kwestie van heel hard werken!’