Het grensland is een productie waarin streektaal centraal staat. Nederlandse en Duitse dichters uit het grensgebied nemen je mee in de woorden, klanken en sferen van de streektaal.
NOORDWOORD heeft in samenwerking met festival Grasnapolsky dit project rondom streektaal opgezet om streektaal een fris nieuw podium te geven. Kunst in het Nedersaksisch kampt met een stoffig imago, wordt al snel gerelateerd aan wat ouderwets is. Bij poëzie wordt het vaak verward met oubolligheid en nostalgie, waardoor poëzie in streektaal al snel het stempel ‘gedateerd’ krijgt. Misschien is dat soms terecht, maar de taal biedt volop mogelijkheden om dat tegen te gaan.
Omdat het Nedersaksisch eigenlijk zo’n prachtige taal is die twee grensregio’s met elkaar verbindt én omdat inwoners van de regio het Nedersaksisch nog graag dagelijks gebruiken, besloten we jonge talentvolle dichters aan beide zijden van de Nederlands-Duitse grens te vragen de taal nieuw leven in te blazen, te laten zien wat de taal kan, en zo ook de poëzie in het Nedersaksisch een boost te geven.
We boden de dichters uit de grensregio in Noord-Oost Groningen en Noord-West Duitsland, Renske Marike van Dijk (NL), Gesche Gloystein (D), Sacha Landkroon (NL), Arne Lentföhr (D) en Willemijn van de Walle (NL), een intensieve projectweek aan. Gedurende die week werden workshops, colleges en coaching aangeboden van Dean Bowen, Bert Hadders, Otto Groote, Fieke Gosselaar en de band Electropoëzie. In deze week werkten ze aan nieuw, eigen werk in het Nedersaksisch, gevolgd door optredens tijdens Festival Grasnapolsky.
Hun optreden tijdens Dichters in de Prinsentuin is de formele afsluiting van van het project, de verwachting is dat de deelnemers zelfstandig en/of in een groep vaker het Nedersaksisch zullen inzetten. Presentatie en begeleiding is ook hier in handen van Dean Bowen.
Dit programma is onderdeel van het poëziefestival Dichters van de Prinsentuin op 7, 8 en 9 juli in de Hortus Haren.