Goed nieuws: dit jaar is er weer een Eierballenslam. De eerste editie van de Eierballenslam in 2019 was gelijk de laatste. Door corona kon de noordelijke voorronde van het NK Poetry Slam geen doorgang vinden, maar daar komt deze maand verandering in. De eerste voorronde is op woensdag 15 maart bij Natte Neuzen en de tweede voorronde is op vrijdag 31 maart bij Poëzie Met. De vier finalisten nemen het vervolgens tegen elkaar op in de finale. Organisator en voormalig NK finalist Richard Nobbe vertelt.
“De Eierballenslam is in elk opzicht een klassieke Poetry Slam. Elke dichter krijgt drie minuten om jury en publiek te overtuigen. Na de voorrondes volgt er nog een finale en de winnaar daarvan gaat naar de halve (of hele) finale van het NK Poetry Slam in Utrecht.”
“Elke voorronde kiezen jury en publiek twee winnaars. Wie er meedoen is nog even geheim. In aanloop naar de voorrondes maken we de deelnemers en juryleden bekend op het Instagramaccount van de Eierballenslam. Ik ben blij met de aanmeldingen die er al zijn, daar zitten hele leuke mensen tussen.”
Over de voorrondes
“Beide voorrondes hebben trouwens een ander stemsysteem. Bij Poëzie Met in het Oude RKZ krijgt het publiek twee stemmen: voor wie je de beste vindt en voor wie je gekomen bent. Dat was bij Natte Neuzen in Proeflokaal Hooghoudt lastiger te realiseren. Daar wijzen we vijf mensen aan als publieksjury. Ze krijgen een bord en mogen ook punten geven. Om misbruik te voorkomen worden de hoogste en laagste punten geschrapt om daarna tot een gemiddeld cijfer te komen en de winnaars te bepalen. Bij een Slam telt de stem van het publiek het zwaarst, de jury heeft wat meer een adviserende rol.”
Meld je aan
“Dichters die mee willen doen kunnen zich nog aanmelden. Je hoeft niet perse uit Groningen te komen om mee te doen. De meeste kandidaten komen wel uit het noorden en daar ben ik blij om. Er is hier een sterke scene, maar het competitieve schrikt soms af. Terwijl het juist zo’n leuke ervaring is, er wordt echt op je voordracht gelet. Hou het wel gezellig, soms gaan dichters er net wat te hard in. Het is competitief, maar het blijft poëzie en in de poëzie gun je elkaar veel.”
Foto: Obed Brinkman