In den beginne waren er verhalen. Een hele stoet. Afkomstig van het internet, weggestroomd uit boekenkasten, ontsproten aan de fantasie. Te midden van al die anekdotes is daar plots het verhaal van een enkeling: Roelof de Koning, in dit geval. Dierenarts. Hij leeft het leven dat wij allen leiden – hij wordt geboren en hij sterft. Daartussendoor groeit hij op en door en krimpt ten slotte in tot zakformaat.
P.C. Hooft-prijswinnaar en de in Groningen woonzame Tonnus Oosterhoff schreef volgens pers en publiek een “absoluut droomboek”. Nu slaan ’t Barre Land en De Nwe Tijd de handen ineen om het te vertalen naar een lichtgevende vertelling vol humor, liefde en mededogen.
Terwijl de grens tussen dier en mens, mens en robot, fantasie en feit steeds meer vervaagt, wagen zij zich onbevreesd aan de grote vraag: wat is de waarde van een mensenleven? Of om de woorden van de dichter Lucebert te lenen: zijn wij iets anders dan een kruimel op de rok van het universum?
In de pers
“Tonnus Oosterhoff schrijft met Op de rok van het universum een droomwerk. Hij is een uitzonderlijk en onverwisselbaar auteur in alles wat hij schrijft. (…) Hij roept existentiële vragen op en schrijft tomeloos, absurd en geestig.” – Trouw
“Dit boek heeft een encyclopedische rijkdom, zoveel wil het omvatten, zo veel wil het laten zien en in herinnering roepen. Het is een hoogst origineel portret van een generatie, dat laat zien dat het vertelsels zijn die levens inkleuren, toonzetten en betekenis geven. Verhalen bepalen ons, in plaats van andersom.” – De Volkskrant