De jury zei het volgende over dit boek (zie ook het volledige juryrapport):
Het liefdesinterbellum van Ine Boermans is een helder geschreven, origineel en soms erg grappig boek over een beladen onderwerp. Boermans ijkt de term “remournen”: haar hoofdpersoon, die niet toevallig Lot heet, probeert het verdriet om haar overleden moeder te verwerken door het aangaan van een serie liefdesrelaties. De verliefdheid houdt de rouw op afstand en als de relatie strandt, is het liefdesverdriet beter te hanteren dan het grote verdriet om de overleden moeder. Het liefdesinterbellum is de relatief rustige periode als het liefdesverdriet is weggeëbd en zich nog geen nieuwe liefde heeft aangediend. Het boek staat vol schrijnende observaties die het verdriet invoelbaar maken. Over de geur in de flat van haar moeder: “Ik rook het enorme gat vol missende geur meteen bij binnenkomst”. De roman is rond dit gat, rond deze afwezigheid van de moeder, geschreven, zonder grote woorden en zonder ergens sentimenteel te worden. De afwezigheid aanwezig stellen in een sobere en geestige stijl: dat is voor de jury de grote verdienste van dit boek.
Ine Boermans (1976) publiceerde essays en korte verhalen in De Internet Gids, Hard//hoofd, Papieren Helden en Tirade. Ze debuteerde in 2021 met haar roman Een opsomming van tekortkomingen, die de longlist van de Hebban Debuutprijs behaalde en werd genomineerd voor het Beste Groninger Boek. Ze is columnist voor de VPRO Gids.
De uiteindelijke winnaar in de categorie fictie is geworden: Het lied van de ooievaar en dromedaris van Anjet Daanje.